Hoe is de Aarde ontstaan? Hoe is de aarde ontstaan? De aarde is ongeveer 5.000.000.000 (5 miljard) jaar geleden ontstaan uit een wolk van gas, stof en puin. Dat gas was er al heel lang. Dat ontstond toen het heelal werd “geboren”. Het stof en het puin waren afkomstig van sterren.
Als een ster stopt met lichtgeven dan blijft er iets over. Bij een kleine ster is dat meestal koolstof. Koolstof is bijvoorbeeld het spul waar het staafje van een batterij van is gemaakt. Als een grote ster aan het eind van zijn leven is, dan geeft dat een verschrikkelijke explosie. Daarbij worden de grondstoffen voor steen gemaakt, maar ook goud, ijzer, koper, enz.
De wolk van gas, stof en puin begon heel lang geleden samen te trekken en daarbij ook langzaam te draaien. Het lichtste kwam in het midden terecht. Daar ontstond de zon. Dat gas bestond voor het grootste deel uit waterstofgas. Op de aarde komt het ook voor.
Vroeger werd het veel gebruikt om ballonnen te vullen, zodat die omhoog konden stijgen. De zon werkt op waterstofgas. Kijk ook eens bij Meer van de zon af ontstonden de planeten. Het dichtst bij de zon ontstonden de planeten die voornamelijk uit steen bestaan, zoals Mercurius, Venus, de Aarde en Mars. De planeten die daarna komen, Jupiter, Uranus, en Neptunus bestaan voornamelijk uit gas.
het zijn grote gasbollen. De buitenste planeet heet Pluto en die bestaat uit een mengsel van steen en ijs. Die planeet is waarschijnlijk niet ontstaan in de buurt van ons zonnestelsel. Wat is dat, een zonnestelsel? Wel, dat zijn de zon en de planeten en natuurlijk ook de manen die om de meeste planeten draaien.
- De aarde was in het begin een gloeiende bol gesteente.
- Het heeft heel lang geduurd voordat zij aan de buitenkant was afgekoeld.
- Maar je weet: van binnen is de Aarde nog steeds gloeiend heet.
- Als er een vulkaanuitbarsting is, dan kun je dat nog zien.
- Tot zo’n 2 miljard jaar geleden waren er behalve de zon en planeten nog heel wat brokstukken in de ruimte.
Die kwamen vaak op de planeten en de manen terecht. Op de aarde kun je dat soms nog zien, maar de meeste sporen daarvan zijn nu verdwenen, door weer en wind. Op de maan heb je geen weer en wind. Daar kun je de sporen van de inslagen van de brokstukken nog zien. Hans Walrecht Terug naar de onderwerpen : Hoe is de Aarde ontstaan?
Wat is het eerste leven op Aarde?
Spoedcursus: Hoe is de eerste cel ontstaan? – De eerste cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen. Weet jij hoe dat allereerste leven ontstaan kan zijn? Volg hier de cursus: In tekst In film En test jezelf in de quiz,1/8
Hoe is de aarde op gebouwd?
Opbouw van de Aarde – De Aarde is opgebouwd uit een aardkern in het midden, de aardmantel, en de aardkorst aan het oppervlak. De aardkern is aanwezig vanaf 2900 kilometer diepte tot het middelpunt op 6370 kilometer diepte. De kern bestaat uit een vaste binnenkern, en een vloeibare buitenkern.
De aardmantel bevindt zich tussen de aardkorst en de kern van de Aarde. De bovenkant van de aardmantel wordt begrensd door de Mohorovičić discontinuïteit. Deze grens is alleen met seismisch onderzoek te bepalen en er wordt aangenomen dat deze grens wordt veroorzaakt door verschillen in de samenstelling van het gesteente.
De aardmantel omvat het grootste gedeelte van het volume van de aarde omdat de kern relatief klein is, en de aardkorst relatief erg dun. De aardmantel is zo’n 2900 kilometer dik. Een schematische weergaven van de binnenkant van de Aarde.1. Continentale korst, 2 oceanische korst, 3 en 4 aardmantel, 5 buitenkern (vloeibaar), 6 binnenkern (vast), A Mohorovičić discontinuiteit, B Gutenberg discontinuïteit, C Lehmann discontinuïteit.
- Creative Commons licentie.
- De aardkorst is de buitenste harde laag van de Aarde.
- De aardkorst bestaat uit stollingsgesteenten zoals Basalt, metamorfe gesteenten en uit sedimentaire gesteenten.
- De bovenkant van de korst is het landoppervlak of de zeebodem.
- Er zijn twee soorten aardkorst.
- Continentale korst en oceanische korst.
Onder de oceanen ligt oceanische korst dat relatief dun is met een dikte tot zo’n 10 kilometer. De oceanische korst bestaat uit Basalt, Dioriet en Gabbro met eroverheen een laag diepzeesedimenten. Continentale korst heeft een lagere dichtheid dan oceanische korst en bestaat uit stollingsgesteenten, metamorfe gesteenten en vele soorten sedimenten.
De continentale korst heeft een dikte van 35 tot 40 kilometer, maar bij gebergten kan dat oplopen tot wel 80 kilometer dikte. De aardkorst ‘drijft’ als het ware op de aardmantel, die zich plastisch gedraagt. Door platentektoniek drijven de aardplaten op de aardmantel. Door de hogere dichtheid van oceanische korst zal deze bij een botsing van aardplaten worden blootgesteld aan subductie.
De Aarde heeft een magnetisch veld met een noordpool en een zuidpool. In de loop van de geologische geschiedenis zijn noord en zuidpool vele malen omgewisseld geweest. Doordat de richting van het magnetisch veld tijdens de vorming wordt vastgelegd in gesteenten is dit een belangrijk gegeven in onderzoek naar het verschuiven van aardplaten.
Waar is de wereld van gemaakt?
In massapercentages bestaat de Aarde uit 32,1% ijzer, 30,1% zuurstof, 15,1% silicium, 13,9% magnesium, 2,9% zwavel, 1,8% nikkel, 1,5% calcium, 1,4% aluminium en 1,2% andere elementen. De aardkorst en aardmantel bestaan grotendeels uit gesteente, terwijl de aardkern uit metalen bestaat.
Wat is de oorsprong van het water op Aarde?
Oorsprong van water op Aarde bedekt ongeveer 71% van het, De oorsprong van het water op Aarde, en in het bijzonder de vraag waarom er op meer voorkomt dan op de andere aardachtige planeten in het zonnestelsel –, en – is tot op heden nog niet duidelijk.
Wat is het eerste dier?
De zeespons was mogelijk het allereerste dier op aarde Wetenschappers hebben in gesteenten die 640 miljoen jaar oud zijn sporen van zeesponzen ontdekt. En dat betekent dat ze wel eens de eerste dieren op aarde kunnen zijn geweest. Wetenschappers hebben enorm veel fossiele resten teruggevonden die zo’n 540 miljoen jaar oud zijn.
- Aangenomen wordt dat het leven rond die tijd ‘explodeerde’: in korte tijd maakten eencellige organismen plaats voor de meest uiteenlopende meercellige organismen.
- De volgorde Maar wat was er voor die explosie? Er zijn ons wel fossiele resten van voor die periode bekend, maar die fossiele resten zijn wat eigenaardig.
Het is dan ook lastig gebleken om op basis van die stokoude fossiele resten vast te stellen welke plek die organismen in de evolutionaire geschiedenis innemen en welk dier als eerste op aarde voorkwam. Moleculen Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) gooien het daarom over een andere boeg.
- Ze bestuderen moleculen.
- Men heeft het gevoel dat dieren veel ouder zouden moeten zijn dan het Cambrium (zo’n 540 miljoen jaar geleden, red.), maar fossiel bewijs voor dieren die daarvoor leefden is controversieel,” vertelt onderzoeker David Gold.
- Dus zijn mensen geïnteresseerd in het idee dat sommige biomarkers en chemische stoffen, moleculen die achter zijn gebleven, een einde kunnen maken aan deze debatten.” 24-ipc De onderzoekers richtten zich op het molecuul 24-ipc.
In 1994 ontdekten onderzoekers dat het in grote hoeveelheden voorkomt in gesteenten uit het Cambrium en de periode ervoor. De onderzoekers vermoedden toen dat sponzen of hun voorouders deze moleculen – een aangepaste versie van cholesterol – hadden achtergelaten.
- Moderne zeesponzen en sommige soorten algen produceren het molecuul vandaag de dag nog steeds.
- Maar hard bewijs dat zeesponzen het molecuul achterlieten, bleef uit.
- Gen Het onderzoek van MIT komt nu echter met vrij overtuigend bewijs dat de moleculen inderdaad door zeer oude zeesponzen zijn achtergelaten en dat zeesponzen wellicht de eerste dieren op aarde waren.
Eerst stelden de onderzoekers vast welke genen in zeesponzen vandaag de dag betrokken zijn bij het produceren van 24-ipc. Vervolgens brachten ze de evolutie van dit gen in kaart en achterhaalden wanneer het ontstond. Uit het onderzoek blijkt dat de zeesponzen het gen dat ze in staat stelt om 24-ipc te produceren zo’n 640 miljoen jaar geleden verkregen.
Hoe koud is het in de ruimte?
Het ISS huisvest nu officieel het koudste experiment in de ruimte In het International Space Station heeft een wolk atomen een temperatuur net boven het absolute nulpunt bereikt. NASA2010 In het International Space Station (ISS) produceert het Cold Atom Laboratory nu volop wolken van ultrakoude atomen die Bose-Einstein condensaten genoemd worden.
- Het is de eerste keer dat dergelijke BEC’s in de ruimte geproduceerd worden.
- De BEC’s haalden temperaturen van net boven het absolute nulpunt.
- Eens de onderzoekers een reeks van tests hebben uitgevoerd, zullen er op de BEC’s wetenschappelijke experimenten uitgevoerd worden.
- Het Cold Atom Laboratory (CAL) van de NASA is in mei geïnstalleerd in het Amerikaanse laboratorium in het ISS, en het produceert nu volop Bose-Einstein condensaten (BEC’s) van rubidium-atomen.
Vorige week, zo hebben onderzoekers van het CAL-team bevestigd, hebben ze BEC’s geproduceerd met een temperatuur van 100 nanoKelvin, of een tienmiljoenste van een Kelvin boven het absolute nulpunt. Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Het Cold Atom Laboratory bestaat uit twee delen: de grotere “quad locker”, waar de BEC’s geproduceerd worden, en de kleinere “single locker”. (Foto: NASA/JPL-Caltech) Bij deze ultralage temperaturen beginnen de atomen in een BEC zich op een manier te gedragen die op niets anders op aarde lijkt.
- BEC’s worden dan ook omschreven als een vijfde aggregatietoestand van materie – naast vast, vloeibaar, gas en plasma.
- In een BEC gedragen atomen zich meer als golven dan als deeltjes.
- Deze “golf-aard” van atomen kan normaal gezien alleen geobserveerd worden op een microscopische schaal, maar BEC’s maken dit fenomeen macroscopisch, en dus veel makkelijker te bestuderen.
De ultrakoude atomen nemen allemaal hun laagste energetische staat in, en ze nemen dezelfde “golfidentiteit” aan, waarbij ze niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Samen lijken de wolken atomen één enkel “superatoom” te zijn, in plaats van individuele atomen. Deze grafiek toont de veranderende densiteit van een wolk atomen die afgekoeld wordt tot lagere en lagere temperaturen (van links naar rechts). Het opduiken van een scherpe piek in de grafiek bevestigt de vorming van een Bose-Einstein condensaat, die hier optreedt bij een temperatuur van 130 nanoKelvin.
(Illustratie: Jet Propulsion Laboratory) De eerste BEC’s werden in 1995 in een laboratorium geproduceerd, maar het fenomeen was 71 jaar vroeger al voor het eerst voorspeld door de natuurkundigen Satyendra Nath Bose en Albert Einstein. Op aarde zijn er sinds het midden van de jaren 90 al honderden experimenten met BEC’s uitgevoerd, en enkele daarvan hebben zelfs een kort reisje naar de ruimte gemaakt aan boord van sondeer- of onderzoeksraketten.
Maar CAL is de eerste faciliteit in haar genre in het ruimtestation, en onderzoekers kunnen er dagelijks BEC’s bestuderen over langere periodes. Gedurende het eerste jaar dat CAL in het ISS gebruikt wordt, zullen vijf verschillende groepen wetenschappers er experimenten mee uitvoeren.
Voor die dagelijkse werking van CAL is er geen tussenkomst van de astronauten vereist. De onderzoekers zullen er de fundamtenele natuurwetten bestuderen aan de hand van de BEC’s in microzwaartekracht, wat hun moet toelaten zeer preciese metingen van de zwaartekracht te verzamelen, een aantal al lang bestaande problemen uit de kwatumfysica beter te onderzoeken, en de golfachtige aard van materie nauwer te bekijken.
BEC’s worden gecreëerd in “atoomvallen”, wrijvingsloze houders bestaande uit magnetische velden of gefocuste lasers. Als op aarde die vallen uitgeschakeld worden, trekt de zwaartekracht aan de ultrakoude atomen, en kunnen ze slechts gedurende enkele fracties van seconden bestudeerd worden.
De constante microzwaartekracht aan boord van het ruimtestation laat de onderzoekers toe individuele BEC’s wel vijf tot tien seconden per keer te observeren, met bovendien nog de mogelijkheid om de metingen te herhalen tot zes uur per dag. Als de atomenwolk decomprimeert – druk verliest – in de atoomval, daalt haar temperatuur eveneens, en hoe langer de wolk in de val blijft, hoe kouder ze wordt.
(Dit natuurlijke fenomeen – dat een daling in druk ook een daling in temperatuur betekent – is ook de oorzaak van het feit dat een spuitbus met verf koud wordt als de verf er uit gespoten wordt: de druk in de bus wordt lager.) In de lage zwaartekracht van het ISS kunnen de BEC’s decomprimeren tot lagere temperaturen dan in om het even welk experiment in de zwaartekracht van de aarde. Het “natuurkundige pakket” in het CAL, waar de ultrakoude wolken van atomen geproduceerd worden. (Foto: NASA/JPL-Caltech) CAL, dat ontworpen en gebouwd is in het Jet Propulsion Laboratory (JPL) van de NASA in Pasadena in Californië, zit nu nog in de eerste fase van het in werking stellen van het instrument.
- Daarbij voert het team dat het instrument runt, een lange reeks tests uit om volledig te begrijpen hoe CAL werkt in de microzwaartekracht.
- Verwacht wordt dat de wetenschappelijke fase begin september van start kan gaan, en drie jaar zal duren.
- Er is een team van geleerden dat de aardbol omspant, dat klaar is en opgewonden om deze faciliteit te gebruiken”, zo zei Kamal Oudrhiri in een mededeling van JPL.
Oudrhiri is de manager van de CAL-missie bij JPL. “De diverse reeks van experimenten die ze willen uitvoeren, houdt in dat er veel technieken zijn voor het manipuleren en afkoelen van de atomen die we moeten aanpassen aan microzwaartekracht, voor we het instrument overdragen aan de belangrijkste onderzoekers, om met hun wetenschappelijke operaties te beginnen.” “Cal is een extreem gecompliceerd instrument”, zei Robert Shotwell, de hoofdingenieur van de afdeling astronomie en natuurkunde van JPL, die aan het hoofd staat van het veeleisende project sinds februari 2017.
Bij typische BEC-experimenten is genoeg uitrusting betrokken om een kamer te vullen, en ze vragen bijna constante controle door geleerden, terwijl CAL ongeveer zo groot is als een kleine ijskast, en vanop afstand bediend kan worden vanop de aarde. Het was een strijd, en het heeft ernstige inspanningen gevraagd om al te hindernissen te overwinnen, die overwonnen moesten worden om deze gesofisticeerde faciliteit te produceren, die nu in het ruimtestation in werking is”, zo zei hij in de JPL-persmededeling.
Maar het was het waard, zo zei zijn JPL-collega Robert Thompson, een onderzoeker bij het CAL-project en een fysicus bij JPL. “Dat er een BEC-experiment in werking is in het ruimtestation, is een droom die uitkomt”, zo zei hij. “Het is een lange, moeilijke weg geweest om er te geraken, maar het was de strijd volkomen waard, aangezien er zo veel is dat we gaan kunnen doen met deze faciliteit.” : Het ISS huisvest nu officieel het koudste experiment in de ruimte
Hoe diep kun je in de aarde?
Wat weten we wel? – De informatie die we hebben over het inwendige van onze planeetbol is hoofdzakelijk afkomstig van indirecte metingen, zoals:
bestuderen van materiaal dat via vulkanische en tectonische processen aan de oppervlakte is gekomen; seismisch onderzoek, waarbij trillingen die door aardbevingen ontstaan worden afgebogen en weerkaatst door de grensgebieden tussen de verschillende aardlagen; ruimteonderzoek, waarbij subtiele veranderingen in de gemeten zwaartekrachtsversnelling informatie opleveren over de vorm van, en de bewegingen van materie in de aardbol. Ruimteonderzoek richt zich ook op metingen aan veranderingen in de vorm en sterkte van het aardmagnetisch veld. Dat onthult misschien wat er diep in de aarde aan de hand is.
Lees meer: het inwendige van de aarde Het globale beeld dat we van de aardbol hebben, geeft aan dat de opbouw verschillende lagen omvat. Aan de buitenkant bevindt zich de aardkorst met een dikte van 10 kilometer (oceanen, voornamelijk basaltachtig) tot 80 kilometer (continenten, voornamelijk granietachtig).
- Deze laag omvat 1% van het volume van de aardbol.
- De gemiddelde dichtheid is 2,8 gram/cm 3 en dat komt overeen met een samenstelling van basalt en graniet.
- Onder de aardkorst ligt de aardmantel, ongeveer 2900 kilometer dik en goed voor 83% van het volume van de aardbol.
- Binnen de mantel worden verschillende lagen onderscheiden, zoals de buitenmantel, tot 400 km diep, een overgangsgebied tussen 400 en 900 kilometer diep en de binnenmantel tussen 900 en 2900 kilometer diep.
De gemiddelde dichtheid is 4,5 gram/cm 3 en het materiaal bestaat uit rotsgesteente met verschillende kristalvormen en dichtheid. In het centrum bevindt zich de aardkern die uit twee delen bestaat en goed is voor 16% van het volume van de aardbol. De buitenkern strekt zich uit van 2.900 tot 5.100 kilometer diep en daaronder ligt de binnenkern tot 6.371 kilometer diep.
De dichtheid is 11 gram/cm 3 en het materiaal bestaat uit een mengsel van nikkel en ijzer. De buitenkern is vloeibaar terwijl de binnenkern uit vast materiaal bestaat. In het midden van de aarde is de druk ongeveer 3,5 miljoen atmosfeer en bedraagt de temperatuur 5 000 tot 6 000 graden. Bij die combinatie van druk en temperatuur is het nikkel-ijzer een vaste stof.
In de buitenkern is de temperatuur ongeveer 2 900 graden en bij de lagere druk is nikkel-ijzer vloeibaar. Schattingen wijzen uit dat de temperatuur in de binnenkern 100 graden daalt per miljard jaar en dat als gevolg van dit afkoelen de vaste binnenkern ‘pas’ 3 miljard jaar oud is en langzaam groeit.
Magnetisch veld. Als we in het verleden kijken, zien we dat het aardmagnetisch veld dramatische veranderingen heeft ondergaan. Dit leiden we onder andere af uit gesteente dat stolt aan weerszijden van de mid-Atlantische ruggen, waar de continenten van elkaar af bewegen. Op het moment van stollen wordt de richting van het magneetveld als het ware bevroren. De huidige situatie blijkt al zo’n 780.000 jaar te bestaan. Lees meer: de omkeringen van het magneetveld van de aarde Kijken we verder terug, dan zien we dat het aardmagnetisch veld zich voor korte of langere tijd kan omkeren en tijdens zo’n omkering zelfs wegvalt. Er zijn aanwijzingen dat we nu ‘vlak’ voor het moment van een omkering staan. Sinds men in 1830 met directe metingen is begonnen, is de sterkte van het magneetveld ongeveer 15% afgenomen. Over de laatste tweeduizend jaar lijkt het veld een derde van zijn sterkte te hebben verloren. De periode waarin het veld omkeert, blijkt bij nader onderzoek willekeurig. Dat is een belangrijke aanwijzing. De dynamotheorie voorspelt juist dat omkeringen willekeurig moeten plaatsvinden, als gevolg van chaotische stromingen van het nikkelijzer in de buitenkern van de aarde. Hierdoor raken magnetische veldlijnen in elkaar verstrikt en als gevolg daarvan vindt een herschikking plaats. Het proces lijkt op de periodieke omkering van het magnetisch veld van de zon, alleen verloopt het veel trager en zonder periodiciteit. Maar er zijn ook andere verklaringen geopperd. Zo zou het stromingspatroon in de buitenkant kunnen worden verstoord door uitstulpingen die vanaf de binnenmantel in de buitenkern ‘prikken’. Deze verstoringen kunnen willekeurig optreden, bijvoorbeeld als gevolg van het wegzakken van dikke ‘plakken’ van continenten. Nader onderzoek is nodig om de juiste verklaring te vinden. Er is ook onderzoek nodig om antwoord te vinden op de vraag wat er tijdens een omkering van het magneetveld gebeurt. Sommige theorieën stellen dat het magneetveld voor jaren helemaal afwezig is, zodat snel bewegende elektrisch geladen deeltjes (kosmische straling, zonnewind) diep in de atmosfeer kunnen komen en zelfs het aardoppervlak bereiken. Ze worden immers niet meer afgebogen door het beschermende magneetveld. Andere theorieën laten zien dat het dipoolveld tijdelijk verandert in een ‘multipoolveld’ en dat de beschermende werking grotendeels intact blijft. Als er echt een omkering gaat plaatsvinden op korte termijn, is zulke kennis belangrijk met het oog op eventueel te treffen maatregelen. Binnenkern. Het binnenste van de aarde koelt heel langzaam af en daardoor groeit de binnenkern terwijl de vloeibare buitenkern langzaam kleiner wordt. Op de lange termijn heeft dat invloed op de convectiestromen in de buitenkern en de dynamo die het magneetveld veroorzaakt. Schattingen leren dat de grens tussen de binnen- en buitenkern ongeveer 1 millimeter per jaar naar buiten beweegt. Lees meer: de binnenkern van de aarde De grens tussen de binnenkern en de buitenkern is overigens niet vlak; er zouden ‘hoogte’verschillen tot wel een kilometer kunnen voorkomen. Omdat de binnenkern ‘los’ zit van de buitenkern, kan hij apart roteren. Sommige onderzoeken wijzen op een rotatieverschil met de ‘vaste’ aarde van 1 graad per jaar; andere onderzoeken laten zien dat het 1 graad per miljoen jaar zou zijn en bovendien zou die ‘superrotatie’ ook kunnen fluctueren. Verder lijkt het er op dat de westelijke en oostelijke helft van de binnenkern een iets verschillende dichtheid hebben. Wat daarvan de oorzaak is, is niet bekend. Over structuur in de binnenkern valt overigens heel moeilijk iets te zeggen. Weer zijn er verschillende theorieën. Sommige stellen dat de binnenkern eigenlijk één groot nikkelijzer ‘kristal’ is en homogeen van opbouw. Andere laten zien dat de eigenschappen vanaf de niet scherp bepaalde ‘rand’ langzaam veranderen naar binnen toe. Er zou een zone kunnen zijn waarin de vloeibare en vaste vorm van het nikkelijzer naast elkaar voorkomt. Mantel. Het warmtetransport vanuit de aardkern naar buiten vindt in hoofdzaak op twee manieren plaats: geleiding en convectie. Bij dat laatste bewegen ‘cellen’ van warm materiaal naar buiten, koelen af en zinken weer naar binnen. Dit proces vindt plaats in de buitenkern om de warmte van de binnenkern af te voeren, en in de aardmantel om de warmte van de buitenkern af te voeren. Overigens ontstaat in de mantel zelf ook warmte als gevolg van het radioactief verval van bepaalde isotopen, zoals van uranium, thorium en kalium. Het totale ‘vermogen’ van de aardbol bedraagt ongeveer 3,5 x 10 13 Watt. Lees meer: de bewegingen in de mantel van de aarde Hoewel het mantelmateriaal vast is, krijgt het door de druk en temperatuur plastische eigenschappen zodat er stromingen kunnen ontstaan. Bij plaatsen waar de convectiestroming het oppervlak bereikt ontstaat door afkoeling nieuwe aardkorst. We vinden deze gebieden onder andere bij de mid-Atlantische rug en IJsland. Afgekoeld materiaal zakt weg bij de zogeheten subductie-zones. Bovenop de mantel ‘drijven’ de aardkorstschollen die elkaar dus op de convectiestromen verdringen, over elkaar schuiven of langs elkaar heen schuren. De randen van de aardplaten vormen daarom het toneel van seismische activiteit ( aardbevingen ) terwijl magma via vulkanen en spleten aan het oppervlak kan komen. Op grote tijdschalen is het ontstaan, verplaatsen en verdwijnen van aardplaten een chaotisch proces. Toch lijken er ook min of meer ‘permanente’ structuren te bestaan die diep in de mantel geworteld moeten zijn. Aan het oppervlak merken we dit in de vorm van hot-spots waarbij een mantelpluim tot het oppervlak reikt. Terwijl de bovenliggende aardplaat over zo’n hot-spot trekt, vormt zich een reeks van vulkanen waarvan de meest recente ‘levend’ zijn. Een bekend voorbeeld is de eilandenreeks bij Hawaii. Ook bij Yellowstone en de Galapagos-eilanden liggen hot-spots. Er bestaan er enkele tientallen. Verschillende daarvan zijn niet erg actief, zoals onder de Eifel – de dichtstbij gelegen hot-spot voor ons. Hoe de convectie in de aardmantel verloopt en wat de oorzaken zijn van de hot-spots, is niet goed bekend. Een complicerende factor is dat de convectie wordt beïnvloed door fase-overgangen in het mantelmateriaal. Bij zo’n overgang veranderen de eigenschappen van het materiaal vaak drastisch. Denk aan de bekende fase-overgangen van water: gas, vloeistof en ijs.
Hoe diep kunnen we in de aarde?
Onderzoek – Het meten van dit soort dieptes is moeilijk. De snelheid van geluid in water, waarmee een normaal werkt, varieert met de zoutgraad die op grote dieptes echter niet bekend is. Een sonde naar beneden sturen en op de bodem de druk meten werkt niet doordat (alweer) de zoutgraad van alle waterlagen erboven niet bekend is.
Door deze omstandigheden moet rekening worden gehouden met meetverschillen van ongeveer een procent. Het diepste punt van de Marianentrog en tevens het laagste punt van de zeebodem, ligt op 11.034 m, de genaamd. Deze meting van de Russische Vitjaz wordt overigens door velen als onbetrouwbaar beschouwd.
Na het Five Deeps-project en publicatie in 2021 van een nieuw wetenschappelijk rapport in het Geoscience Data Journal, wordt de (10.925 ± 4 m) beschouwd als diepste punt op aarde. Op 23 januari 1960 om 13:06 bereikte de van de de bodem, met luitenant en aan boord.
- Men gebruikte ijzeren bolletjes als en voor de opwaartse kracht.
- De boordmeter gaf in het begin een diepte van 11.521 meter aan, maar dat werd later gereduceerd tot 10.916 meter.
- Op deze diepte verwachtte men nauwelijks levende wezens, maar toch ontdekten Walsh en Piccard en, met lengtes tot 30 cm.
- Op de rotsachtige bodem kropen ook rond.
Als record voor de nauwkeurigste meting kennen we de Japanse diepzeesonde Kaikō, die op 24 maart 1995 onbemand tot de bodem van de trog neerdaalde en een diepte van 10.911 meter registreerde. De Woods Hole Oceanographic Institution (WHOI) heeft in mei 2009 een nieuwe sonde (de ) de trog in gestuurd.
Wat gebeurt er als de aarde 1 seconde stil staat?
Wat gebeurt er als de aarde opeens niet meer ronddraait, terwijl de dampkring de oude snelheid behoudt? Heeft dit grote gevolgen voor de mensheid of gaan we dit overleven? Helaas, bijna alles wat leeft, gaat dood. Bij de evenaar draait het oppervlak van de aarde met een snelheid van 1700 kilometer per uur om haar as. Een superstorm vernietigt alles op het oppervlak van de aarde. “Iedereen die tussen 42 graden noorderbreedte en 42 graden zuiderbreedte leeft – ongeveer 85 procent van de wereldbevolking – krijgt te maken met een supersonische wind”, schrijft Randall Munroe in ‘ Wat als? ‘.
- Hoewel de hoogste windsnelheden slechts een paar minuten aanhouden, is dit genoeg om vrijwel alle bouwwerken van de mens tot puin te blazen.” Bij de Noordpool en de Zuidpool is de wind minder sterk, maar geen enkele stad ligt ver genoeg van de evenaar om aan verwoesting te ontkomen.
- Zelfs de stad Longyearbyen (Spitsbergen) wordt getroffen door een wind met een kracht die gelijk is aan die van de hevigste tropische wervelstormen.
Toch zullen er mensen zijn die dit overleven. Stel, iemand bevindt zich op dit moment onder de grond, bijvoorbeeld in een metro of in een diepe kelder, dan is de kans groot dat hij dit overleeft. Tenminste, tijdelijk Er zal een flinke tsunami ontstaan en de superstorm heeft veel stof en puin in de dampkring gegooid.
- Daarnaast stopt de traditionele dag/nacht-cyclus.
- Omdat de beweging van de zon langs de hemel niet stopt, is het zes maanden lang ‘dag’ en zes maanden lang ‘nacht’.
- Dit zal invloed hebben op alle gewassen, dieren, en dus ook op de mens.
- Het goede nieuws: de aarde zal uiteindelijk weer gaan draaien.
- De maan draait immers nog wel om de aarde en trekt met zijn zwaartekracht onze planeet steeds sneller om haar as.
Wat als? (****) Deze hele week lichten we vragen uit het boek ‘ Wat als? ‘ van Randall Munroe uit. In dit boek staan serieuze wetenschappelijke antwoorden op absurde hypothetische vragen. ‘ Wat als? ‘ is één van de leukste wetenschapsboeken van dit moment.
Hoe weten we wat er in de kern van de aarde zit?
Vloeibaar langs buiten – Dankzij seismologen weten we dat onze aardkern 3000 kilometer onder ons ligt. Zij bestuderen de trillingen van aardbevingen: start een beving aan de ene kant van de aarde, dan checken ze wat daarvan overblijft aan de andere kant.
Wat is de as van de aarde?
Aardas – Wikipedia De aarde die draait om zijn as (lichtgele lijn). De aardas is de waar de omheen draait. De aardas loopt door het van de aarde en maakt een van 66°33′ met de, het vlak van de om de, De punten waar de aardas door het aardoppervlak gaat, heten de geografische en de geografische,
- Door de rotatie om de aardas ontstaat de afwisseling van en,
- In 24 uur, een, staat de zon weer boven hetzelfde punt.
- De aarde maakt een volledige omwenteling (ten opzichte van de vaste sterren) in 23u 56m 4,09s = 1, iets minder dan een zonnedag.
- Dat is het gevolg van de beweging van de aarde om de zon en de rotatiezin van de aarde.
Iemand die precies op een van die polen zou staan draait tijdens een eenmaal volledig om zijn of haar as. De magnetische noord- en zuidpool liggen ergens anders; zij hebben geen direct verband met de aardas. De denkbeeldige snijpunten van de aardas met de (eveneens denkbeeldige) zijn de noordelijke en zuidelijke,
De noordelijke hemelpool ligt in de buurt van de in het, Het vlak loodrecht op de aardas dat door het middelpunt van de aarde gaat heet het equatorvlak. De equator of ligt daar waar het equatorvlak het aardoppervlak snijdt. Door de schuine stand van de aardas op het baanvlak van de aarde rond de zon, varieert in de loop van het jaar de hoek waaronder de zonnestralen het aardoppervlak raken en ook de lengte van de dag ten opzichte van de nacht.
Deze effecten samen betekenen jaarlijkse variatie in de hoeveelheid ontvangen zonnestraling en zo ontstaan de, In de wijst de aardas van het halfrond van de waarnemer naar de zon en ontvangt dat halfrond meer zon, ook zijn de dagen langer dan de nachten.
Op boven 66,56° (= 90° – 23,44°, de geografische breedte van de ) is er zelfs ten minste één dag per jaar dat de zon niet ondergaat (); aan de andere kant van de wereld is er dan een nacht waarin de zon niet boven de uitkomt () (strikt gezien betreft dit het middelpunt van de zon). Precessie van de aardas (rood).
De nutatie heeft nog kleine afwijkingen ten opzichte van de bovenste witte cirkel tot gevolg. Ten opzichte van de sterren verandert de positie van de aardas. De grootste beweging heet ; de aardas beschrijft een met een periode van 25.800 jaar. Over ca.13.000 jaar staat de poolster daardoor ca.47 graden van de noordelijke hemelpool en niet er vlakbij zoals nu.
- Zie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
- Een veel kleinere beweging, de, veroorzaakt daarbovenop nog bewegingen met periodes die variëren van 5 dagen tot 18,5 jaar.
- De afwijkingen door nutatie bedragen slechts hooguit 10,
- De aardas beweegt ook ten opzichte van de aarde zelf.
- Die bewegingen worden veroorzaakt door massaverplaatsing binnen de aarde, in de oceanen en in de atmosfeer.
Het smelten van de op is een voorbeeld van zo’n massaverplaatsing. Ze bedragen tot 0,25 boogseconden, dat komt overeen met ca.9 meter aan het aardoppervlak. De grootste van deze bewegingen heet Chandler wobble en heeft een periode van ca.435 dagen en een amplitude van ca.6,3 meter.
- Niet-periodieke bewegingen worden bv.
- Veroorzaakt door zeebevingen, zoals die van in de,
- De positie van de aardas is van belang voor en de,
- Zou men geen rekening houden met de afwijkingen, dan zijn fouten van meer dan 10 meter het gevolg.
- Het waarnemen en beschrijven van de positie en beweging van de aardas is onderdeel van de,
Professor heeft enige tijd geleden geconstateerd dat na een sterke uitbarsting op de zon de aarde langzamer gaat draaien, de aarde wordt dan door de zon geremd. Na een uitbarsting in 1959 bedroeg de vertraging 1/1000 seconde per, Blijkbaar wordt de dag dus steeds langer.
Waarom is de zon ontstaan?
Ontstaan en levensloop – De zon is ontstaan uit het samenkrimpen van een grote interstellaire gaswolk onder invloed van haar eigen zwaartekracht. De gaswolk bestond voor het grootste deel uit waterstof (H) en helium (He), de meest voorkomende elementen in het heelal.
Door het inkrimpen van de wolk werden temperatuur en dichtheid in het centrum ervan steeds hoger, tot deze zó hoog werden dat er kernfusie mogelijk werd: als waterstofatomen voldoende hevig met mekaar botsen, smelten ze samen om uiteindelijk heliumatomen te vormen. Dit is een proces waarbij veel energie vrijkomt, en deze energie wordt uiteindelijk door de zon uitgestraald onder verschillende vormen van elektromagnetische straling: X-stralen, ultraviolet licht, zichtbaar licht, infrarood licht, microgolven en radiogolven.
Op deze manier straalt de zon al 4,5 miljard jaar stabiel licht en warmte uit. Bovendien is er in de kern nog voldoende waterstof voorhanden voor nog eens 5 miljard jaar. Daarna zal de zon onstabiel worden, en in enkele stuiptrekkingen gasschillen afstoten, waarna de overblijvende kern zal uitdoven en achterblijven als een witte dwerg.
Wie heeft water ontdekt?
Waterputten in het Oude Egypte uitgevonden – De Oude Egyptenaren waren de eersten die hun eigen watervoorziening probeerden te regelen. Zo’n 7.000 jaar geleden begonnen ze met het graven van waterputten, waarvan ze de wanden bekleedden met bamboetwijgen.
Welk dier heeft meerdere levens?
3. De schildpad – Het is al bekend dat schildpadden veel langer kunnen leven dan mensen. Zij kunnen honderden jaren leven, zonder dat hun organen verslechteren. Sommige mensen beweren zelfs dat als zij niet ziek zouden worden of opgegeten, dat ze onsterfelijk zouden zijn.
Kan je in de ruimte zonder pak?
Ontploft een astronaut zonder ruimtepak? Een mens die wordt blootgesteld aan het vacuüm van de ruimte, zal niet meer dan een paar seconden leven, maar ontploft niet. De astronaut zwelt echter wel degelijk merkbaar op, en de ingewanden en organen worden door lichaamsopeningen naar buiten geperst.
Hoe lang kun je overleven in de ruimte?
Zonder ruimtepak in de ruimte – Onbeschermd Maar stel, bijvoorbeeld bij een ongeval in een ruimtestation, dat een astronaut zonder enige bescherming wordt blootgesteld aan de open ruimte. Wat gebeurt er dan met zijn of haar lichaam? Het is niet zoals in sommige films wordt voorgesteld dat je lichaam ontploft en/of onmiddellijk bevriest in een broze ijsklomp.
Deze voorstelling dient uitsluitend het ‘spektakel’; het resultaat in de werkelijkheid is er echter niet minder dramatisch om. De meest imminente gevaren zijn het ontbreken van zuurstof en het bijna absolute vacuüm. Dit ontbreken van enige uitwendige druk maakt dat je lichaamssappen aan het koken gaan (bij diepzeeduikers is het fenomeen ebullism ook bekend).
Hierdoor gaat het ganse lichaam opzwellen tot zowat tweemaal het oorspronkelijke volume. Nee, ontploffen ga je niet doen, want de huid is een zo soepel orgaan dat het de inwendige lichaamsdelen blijft samenhouden. Geen zuurstof betekent dat het bloed er ook geen meer kan opnemen, terwijl het hart blijft verder pompen.
- Na ongeveer 15 seconden is de voorraad zuurstof in je lichaam geconsumeerd; het zuurstofloos bloed vloeit naar de hersenen en je verliest het bewustzijn.
- En de dood volgt na een paar minuten.
- In deze korte tijdspanne heb je kans om iemand levend uit de situatie te redden.
- Overleven kan, blijvende letsels ten gevolge van zuurstofgebrek in de hersenen garanderen echter een alles behalve goede levenskwaliteit.
Hé, je zou toch je adem kunnen inhouden? Een slecht idee! Je longen vol lucht in een vacuüm? Ze spatten uit elkaar als een te fel opgeblazen ballon. Einde verhaal. De extreme koude is van de minst erge gevaren. Door de afwezigheid van lucht gebeurt warmteoverdracht alleen door straling.
Het warmteverlies uit je lichaam gaat hierdoor relatief traag. Anderzijds ben je blootgesteld aan temperatuurverschillen van meer dan 200°C tussen zonnekant en schaduwkant. Daarenboven veroorzaakt ongefilterd uv-straling ernstige brandwonden. En om het plaatje compleet te maken: de Zon vergast je ook op een flinke dosis x- en g -straling die kunnen leiden tot mutaties in je DNA met kanker als gevolg (als je deze toestand al zou overleven).
Zoals je ziet: zonder ruimtepak in de open ruimte is niet leuk en ten stelligste af te raden (sic). Je zwelt op, verbrandt, muteert en je longen kunnen barsten! Meegenomen is dat je één à twee minuten tijd hebt om “gered” te worden uit deze penibele situatie Alhoewel.
Wat gebeurd er met een mens in de ruimte?
Gescheurde longen – Mocht je erin slagen om in de nabije toekomst de ruimte in te gaan, waarna je om de één of andere reden uit de luchtsluis sukkelt, dan zal het grootste gevaar voor je overleven het eenvoudige gebrek aan zuurstof zijn. Je adem inhouden lijkt dan ook een sterk plan, maar het tegendeel is waar. Als je collega-astronauten er snel genoeg bij zijn is het dus perfect mogelijk om een blootstelling van een klein minuutje aan het vacuüm van de ruimte te overleven. Sterf je toch, probeer dan een flatterende gelaatsuitdrukking te trekken. Je lichaam zal, wegens het gebrek aan zuurstof, immers niet vergaan.
Wat is er voor de oerknal?
Wat was er vóór de oerknal? Wetenschappers menen dat het huidige universum 13,7 miljard jaar geleden in één keer ontstond door een oerknal. Alle materie voor planeten en sterren ontstond in één keer. Of niet? Wat was er eigenlijk voor de oerknal? Fysicus Roger Penrose heeft bewijs gevonden dat er voor de oerknal een universum was, en daarvoor nog een universum.
Ortom: de oerknal was niet het begin. Penrose verwacht dat de uitbreiding van het universum ooit stopt, aldus, Het heelal dijt continu uit, waardoor een zwarte leegte ontstaat. Zwarte gaten kunnen geen sterren meer verorberen en verdampen. Hierdoor begint het heelal te krimpen en is het klaar om een volgende oerknal te starten.
De fysicus vindt bewijs voor zijn theorie in de kosmische achtergrondstraling. In theorie zouden de temperatuurvariaties in de kosmische achtergrondstraling willekeurig moeten zijn, maar Penrose en zijn collega’s beweren dat er duidelijke concentrische cirkels zichtbaar zijn.
Zij denken dat dit gebieden zijn met hogere temperaturen. Deze cirkels zijn volgens Penrose bewijzen van de zwaartekrachteffecten van botsingen van zwarte gaten in het vorige universum, oftewel het universum vóór de oerknal. Het is een wild idee, maar mogelijk zit er een kern van waarheid in. Wat denkt u? De is te lezen op de wetenschappelijke website,
Nadenken over hoe het universum is ontstaan, is natuurlijk heel fascinerend. Maar je kunt het ook over een andere boeg gooien en speculeren over hoe het universum aan zijn einde gaat komen. Lees er meer over!, Een community van : Wat was er vóór de oerknal?
Hoe is de cel ontstaan?
Hersentumoren – Hoe ontstaat een cel? Een nieuwe cel krijg je door celdeling. Uit één cel ontstaan twee cellen, uit twee cellen ontstaan vier cellen, uit vier cellen ontstaan acht cellen etc. Alle cellen in je lichaam zijn ontstaan uit stamcellen. Als een stamcel zich deelt, ontstaan voorlopercellen, dat noemen we ook wel onrijpe cellen. Voorlopercellen ontwikkelen zich tot gespecialiseerde cellen die zichzelf weer kunnen delen.
Hoe oud is het heelal?
Hoe oud is het heelal? oerknal Kort antwoord: 13,82 miljard jaar. Langer antwoord: Sinds de ontdekking van de uitdijing van het heelal, in de jaren twintig van de vorige eeuw, is bekend dat het heelal niet altijd heeft bestaan, maar ooit een begin gekend moet hebben.
- De uitdijing van het heelal (in werkelijkheid de uitdijing van de lege ruimte zélf) is er de oorzaak van dat sterrenstelsels op steeds grotere onderlinge afstand komen te staan.
- Ort na de geboorte van het heelal was de ruimte extreem ‘compact’, en was alle materie in het heelal dicht opeen gepakt.
- Door de uitdijingssnelheid van het heelal op te meten, kun je dus vrij eenvoudig de leeftijd bepalen.
Stel dat wij een sterrenstelsel op een afstand van tien miljoen lichtjaar van ons af zien bewegen met een snelheid van duizend kilometer per seconde. Tien miljoen lichtjaar komt ongeveer overeen met honderd triljoen kilometer. Als de huidige verwijderingssnelheid tussen ons Melkwegstelsel en het andere sterrenstelsel duizend kilometer per seconde bedraagt, moeten er dus honderd biljard seconden (honderd triljoen gedeeld door duizend) zijn verstreken sinds het moment waarop de twee punten in het heelal uit elkaar begonnen te bewegen.
- Honderd biljard seconden komt overeen met ongeveer drie miljard jaar.
- Dat moet dan dus de leeftijd van het heelal zijn.
- Ort na de ontdekking van de uitdijing van het heelal kwamen astronomen inderdaad op dit soort leeftijden uit.
- Er was wel meteen duidelijk dat er iets niet klopte, want de aarde zelf is al meer dan vier miljard jaar oud.
Halverwege de twintigste eeuw werd ontdekt dat er grote onnauwkeurigheden zaten in de afstandsbepalingen van sterrenstelsels. Die bleken veel verder weg te staan dan gedacht. Daarmee ging de leeftijd van het heelal ook meteen fors omhoog. Metingen van de Hubble Space Telescope in de jaren negentig kwamen uit op een leeftijd van ergens tussen de dertien en veertien miljard jaar.
Begin deze eeuw werd dat verfijnd tot 13,7 miljard jaar, met een onnauwkeurigheid van ca. tweehonderd miljoen jaar. En in het voorjaar van 2013 kwam de Europese ruimtetetlescoop Planck met een nog veel nauwkeuriger leeftijdsbepaling: 13,82 miljard jaar, plus of min 50 miljoen jaar. Overigens wordt de leeftijd van het heelal tegenwoordig op een iets andere manier bepaald.
Met krachtige computers wordt de evolutie van het heelal berekend voor allerlei combinaties van eigenschappen, zoals leeftijd, samenstelling, hoeveelheid donkere materie, enz. De combinatie waarvan de uitkomst het meest lijkt op het werkelijke, waargenomen heelal wordt dan gezien als de meest waarschijnlijke ‘werkelijke’ situatie.
Hoe heet het eerste landdier?
Eerste landdieren hadden visachtige kaken De eerste landdieren kwamen 400 miljoen jaar geleden aan wal. Omdat zij uit vissen evolueerden, hadden zij visachtige kaken. Wetenschappers van de universiteit van Lincoln hebben 89 fossielen van de eerste tetrapoden bestudeerd en concluderen dat de landdieren hun visachtige kaken pas tachtig miljoen jaar later verloren. Wist u dat de eerste landdieren amfibieën waren? Zij evolueerden zich uit vissen. Uit recent onderzoek is gebleken dat de eerste landdieren zich als zeehonden voortbewogen. Voor deze vertraging hebben de auteurs, De eerste landdieren moesten wennen aan een nieuwe manier van ademhalen.
In plaats van kieuwen te gebruiken, kregen de landdieren longen. Wellicht was de verschuiving van kieuwen naar longen nodig om in een later stadium de kaakstructuur aan te passen om planten te eten. Pas toen de eerste amniota zich ontwikkelden, verloren de landdieren hun visachtige kaken. “Amniota zijn dieren die hun harde eieren op het land leggen”, legt Dr Matt Friedman van de universiteit van Oxford uit.
“Wat betreft voortplanting zijn zij niet afhankelijk van het water, zoals vissen en amfibiën. Amniota en hun nauwe soortgenoten waren de eerste planteneters. Tot dan toe waren de eerste tetrapoden carnivoren.”, Een community van : Eerste landdieren hadden visachtige kaken